"Epker ziet zijn leven als één  groot landschap. In dat landschap volgt hij sporen, zoals een roofdier de geur van het wild volgt. Het wild is in dit geval een selectie uit de verzameling beelden en gedachten die via allerlei media zijn leven binnendringen. Met het gekozen ‘wild’ gaat hij aan de slag. Zo kan een reclamebeeld, een bidprentje een pornoplaatje, een afbeelding van een kunstwerk en zijn eigen ervaringen een nieuw beeld opleveren. Deze beelden zijn vaak onthutsend. Goed en kwaad, mooi en lelijk, alles verliest zijn betekenis in deze voorstellingen. Wat eraan ten grondslag ligt, is een kritische houding ten opzichte van het bestaan en de normen en waarden die daarin algemeen zouden moeten gelden."

Fragment uit: "B.C. Epker, De ruïnes van het slagveld" door Toos Arends (Conservator Moderne Kunst, Fries Museum Leeuwarden)

----

"De scènes die B.C. Epker in zijn tekeningen, etsen en houtsnedes neerzet, zijn vaak gesitueerd in het Hollandse of Friese landschap. De figuren die zijn landschappen bevolken, zijn vaak gekleed in klederdracht en afkomstig uit allerhande ‘vergeten’ sprookjes, de geschiedenis, tv of uit de krant. Verhalen uit verschillende tijden en culturen smeedt Epker samen tot een cliffhanger, het laatste beeld van een soap dat de kijker aanspoort een volgende keer opnieuw te kijken. Om dan te ontdekken dat al die personages nog steeds vast zitten in datzelfde moment, waar de kunstenaar ze in heeft samengedreven. Het werk van B.C. Epker als kritiek op de hedendaagse plak- en knipcultuur waar al het nieuwe slechts een compilatie is van het oude. Er gebeurt niets, maar je vermoed van alles."

Fragment uit: "Een moment vol verhalen" door Laura Stamps (Curator Moderne en Hedendaagse Kunst, Gemeentemuseum Den Haag)

----

"Zijn werk, zo schreef hij zelf over zijn houtsneden uit 2007 en 2008, wil ‘de alom heersende xenofobie bezweren, de vooringenomen blik afschrikken en ruimte bieden aan het onbekende, de alteriteit, het lot. Het wil zich verzetten tegen de waan van de dag en de macht der gewoonte.’ Toch is Epker meer dan een barometer van de heersende Zeitgeist, zoals een oud cliché over de kunstenaar wil. Hij verzet zich met kracht tegen lichtzinnige, opportunistische en zwart- witte duidingen van actuele, al dan niet tot hypes opgeblazen incidenten in de hoop zijn werk uit de klauwen van de tijdgeest te houden zodat het ‘over honderd jaar nog dienst kan doen’. Die tegendraadsheid maakt zijn werk niet eenvoudig te plaatsen binnen de ontwikkelingen van de hedendaagse kunst. Hij verhoudt zich liever tot meer cultuurfilosofische, veelal postmoderne bespiegelingen over de aard van mens en de maakbaarheid van de samenleving. Het huidige vreemdelingendebat is voor hem niet meer dan de zoveelste oprisping van een vorm van cultuurkritiek waarin het heden ongunstig wordt gecontrasteerd met een geïdealiseerd of zelfs gefictionaliseerd verleden. Hij bindt de strijd aan met dit spel van moralisme en utopisme."

Fragment uit: "B.C. Epker, Pleidooi voor het ongewisse" door Jos ten Berge (Universitair Docent Kunstgeschiedenis Vrije Universiteit Amsterdam)

----

"Misschien zijn het niet zozeer landschappen die hier zijn getekend, maar decors van het innerlijk. ‘Mindscapes’ in plaats van ‘landscapes’. De personages lijken voertuigen te zijn van onbestemde gevoelens, alsof ze slaapwandelend zijn betrapt en vervolgens, als een konijn in het licht, zijn verstard. Het beeld lijkt voortdurend te wachten om in beweging te komen, als een filmstill, maar dan stilgezet in een koortsdroom. Dit surreële, bijna onirische karakter van de voorstelling wordt steeds opnieuw op subtiele wijze in werking gezet. De sfeer heeft iets obsessiefs, alsof alles in trance is ontstaan. Het uiterst gemaniëreerde handschrift lijkt overbezet te zijn met aandacht, alsof een grote, onbewuste kracht het potlood heeft voortgedreven. Het is eerder een sierlijk krassen dan een ontspannen schetsen wat de hand heeft gedaan. En toch ontstaat telkens weer dat eigen ritme van de lijn, soms bijna decoratief, maar meestal geïmpregneerd met een ogenschijnlijk gestolde emotie. Hoe het ook zij, de binnenwereld is naadloos verbonden met ‘buiten’. De grens tussen die twee is opeens niet meer scherp te trekken. We bevinden ons niet in een andere wereld, maar op de drempel daarvan. In een universum – net onder de werkelijkheid – waarin de tekens ontketend zijn in een vlottend proces van verschuivingen. In deze parallelle wereld heeft niets meer een vastomlijnde betekenis, die wordt alleen maar gesuggereerd."

Fragment uit: "De lege hemel van B.C. Epker" door Huub Mous (Kunsthistoricus, Directeur Keunstwurk, Leeuwarden)

----

"Bij B.C. Epker zijn taal en beeld opzettelijk ongehoorzaam. Willens en wetens tegendraads. Hij lapt de regels van spelling en anatomie aan zijn laars en bouwt vanuit die doelbewuste verschrijvingen en vervormingen een privé-universum, waar eigen wetten gelden; te weten die van zijn alter ego St. Bastiaan. Epkers wereld is het bouwwerk van een speelse, rebelse geest. Er heerst een milde anarchie, als in een jongensboek. Niet het jongensboek waarin de wereld een ongerept Eden is, maar een waarin de jongen zich (nog) verzet tegen de geplande loop der dingen, tegen de drog van de dagelijkse gang en de grote en kleine tegenslagen die het leven hem heeft toebedacht."

Fragment uit: "Paradise lost/regained* Over B.C. Epker" Mischa Andriessen (Dichter, Schrijver, Kunstrecensent Financieel Dagblad)

----

"Beide tekeningen doen werelden van verhalen, geschiedenissen en betekenissen vermoeden. Sterker nog, het lijken onbekende scènes uit de wereld van de sprookjes, de volksvertellingen, de mythologieën, de geschiedenis of de bijbel te zijn. Ze vragen om een uitleg of een verklaring, maar prikkelen ook de verbeelding. Ze bevatten onschuldige elementen, zoals het molenlandschap, maar zijn ook verontrustend. De figuren laten ons over hun schouder meekijken, maar geven niets prijs van hun wereld. Deze wereld van B.C. Epker zet zich voort in dit boek. Meekijkend over de schouders van beide rugfiguren tekent zijn persoonlijke universum zich langzaam maar zeker af."

Fragment uit: "Voorwoord, Lucide Domeinen" Wim van Krimpen (Directeur Gemeentemuseum Den Haag), Saskia Bak (Adjunct-directeur Fries Museum, Leeuwarden)